Calcium
& Fosfor

Calcium is een mineraal dat van essentieel belang is voor een stevig skelet. Omdat het metabolisme van calcium erg dicht bij die van fosfor ligt, worden deze twee mineralen vaak samen besproken.

De opname van calcium in de darmen kan op drie verschillende manieren plaats vinden:

  1. De eerste manier is een actieve vorm, het is een transcellulair – transport door de cel heen – proces, dat voornamelijk plaats vindt in de twaalfvingerige en nuchtere darm – het middelste deel van de dunne darm. Deze actieve vorm van calciumopname wordt beïnvloed door: leeftijd, dracht, lactatie en de hoeveelheid calcium en vitamine D die aanwezig is in het lichaam.
  2. De overige twee manieren zijn een vergemakkelijkte opname en een passieve vorm van calciumopname welke onafhankelijk zijn van de hoeveelheid vitamine D die aanwezig is in het lichaam. Deze manieren van opname zijn afhankelijk van de hoeveelheid calcium die aanwezig is in de voeding en de beschikbaarheid ervan.


Calcium is een belangrijk bestanddeel van de botten, het is zelfs essentieel voor een stevig skelet. Van al het calcium dat aanwezig is in het lichaam is zo’n 99% te vinden in het skelet (botten en tanden). De overige 1% is te vinden in de extracellulaire en intracellulaire vloeistoffen.
Evenals calcium is fosfor essentieel voor een stevig skelet. Maar liefst 85% van de fosfor die aanwezig is in het lichaam, is te vinden in combinatie met calcium in de botten en in het gebit. Van de overige 15% is het grootste gedeelte te vinden in zachte lichaamsweefsels.

Calcium is nodig voor de structurele integriteit en stevigheid van het skelet. Ook draagt calcium bij aan een juiste bloedcalciumspiegel, dit gebeurt middels resorptie en afgifte. Hoewel er een grote hoeveelheid calcium aanwezig is in de botten en tanden, is het calcium niet constant/ statisch; wanneer er botgroei en/ of herstel plaats vindt wordt het calcium gemobiliseerd of afgezet. Daarnaast is de behoefte naar plasmacalcium van een dier niet constant, ook hiervoor is mobilisatie of afgifte van calcium nodig.

Calcium in het lichaam heeft meerdere functies dan zorgen voor stevigheid van het skelet en bijdragen aan een goede bloedcalciumspiegel:

  • Het is nodig voor het samentrekken van de spieren
  • Het speelt een rol bij de overdracht van zenuwimpulsen
  • Het is nodig voor de activatie van bepaalde enzymen
  • Het is nodig voor bloedstolling
  • Het speelt een rol bij het normaal functioneren van het hart
  • Het is nodig om normale celmembraanpermeabiliteit in stand te houden


De behoefte naar calcium is verschillend voor puppy’s en volwassen honden. Onderzoek suggereert dat puppy’s die nog in de groei zijn, met name puppy’s van grote en giant hondenrassen, een hogere calciumbehoefte hebben dan volwassen honden. Zo zouden volwassen honden een calciumbehoefte van minimaal 0,40% hebben op basis van droge stof, puppy’s die zijn afgespeend hebben een calciumbehoefte van 0,59% op basis van droge stof (gebaseerd op een voeding met 4.000 kcal/kg). De calciumbehoefte van pups van grote en giant hondenrassen is het hoogst, zij hebben een calciumbehoefte van 0,7 tot 1,2% op basis van droge stof (gebaseerd op een voeding met 3.800 kcal/kg).

De calciumbehoefte van volwassen katten is 0,4 gram op basis van droge stof. Ook hier geldt dat de calciumbehoefte van kittens hoger is dan bij volwassen katten. Kittens hebben een minimale calciumbehoefte van 1,0 gram op basis van droge stof.

Je hebt al eerder kunnen lezen dat fosfor in het lichaam aanwezig is in combinatie met calcium. Deze verbinding staat bekend als hydroxyapatiet. Evenals calcium zorgt fosfor dan voor:

  • Structurele ondersteuning van het skelet
  • Het fosfor wordt vrijgegeven aan het bloed als reactie op homeostase mechanismen

Fosfor is niet alleen aanwezig in de botten, het mineraal is ook aanwezig in de zachte weefsels van het lichaam waar het verschillende functies heeft. Zo is fosfor betrokken bij bijna alle metabolische processen in het lichaam, is het een bestanddeel van DNA, RNA, van verschillende B-vitamine co-enzymen en van fosfolipiden van het celmembraan; zij zijn van belang voor de regulatie van opgeloste stoffen in en uit de cellen.
Maar fosfor is ook essentieel voor celgroei en differentiatie, het gebruik van energie, het transport van vetzuren en aminozuur- en eiwitformatie.
Over het algemeen kunnen dieren fosfor dat afkomstig is van dierlijk materiaal beter opnemen dan fosfor dat afkomstig is van plantaardig materiaal; dit komt doordat fosfor in dierlijk materiaal veelal in de organische vorm aanwezig is. Verder is het zo dat dieren niet in staat zijn om al het fosfor uit de voeding op te nemen. Ze zijn veelal in staat om circa 60 tot 70% van de hoeveelheid fosfor van de voeding op te nemen.

De nieren en de darmen zijn nodig voor de opname van fosfor. Deze organen reguleren het fosforgehalte en zorgen voor de intestinale opname van fosfor. Wanneer de fosforopname uit de voeding niet optimaal is, of laag is, wordt de opname van fosfor geoptimaliseerd in de darmen; de nieren zorgen ervoor dat het fosforverlies via de urine zo laag mogelijk is en verhogen daarnaast het renale fosfortransport. Wanneer er teveel fosfor opgenomen wordt uit de voeding, zorgen de darmen er vanzelfsprekend voor dat de fosforopname in de darmen verlaagd wordt; de nieren verhogende de uitscheiding van fosfor via de urine.

Net als bij calcium is de behoefte naar fosfor afhankelijk van de levensfase van een dier. Volwassen honden hebben een fosforbehoefte van 0,4 gram op basis van droge stof, terwijl puppy’s een fosforbehoefte hebben van minimaal 0,7 gram op basis van droge stof.
Niet alleen de hoeveelheid calcium en fosfor is van essentieel belang voor honden, ook de verhouding tussen deze twee voedingsstoffen is van groot belang. De minimale verhouding tussen calcium en fosfor is 1/1. Voor volwassen honden geldt er een maximale calcium/ fosfor ratio van 2/1, voor pups is de maximale ratio 1,6/1 of 1,8/1.

De fosforbehoefte van volwassen katten is minimaal 0,26 gram op basis van droge stof. Kittens hebben een hogere behoefte aan fosfor, de voeding van deze dieren moet minimaal 0,84 gram op basis van droge stof bevatten. Ook voor katten geldt een minimale calcium/fosfor verhouding van 1/1. Met een maximale calcium/fosfor ratio van 1,5/1 voor kittens en een maximale ratio van 2/1 voor volwassen katten.

Wanneer er een overmaat is aan calcium in de voeding, wordt de fosforopname negatief beïnvloed. Dit komt doordat een teveel aan calcium een niet oplosbaar complex vormt met fosfor.
Ook een teveel aan fosfor is niet wenselijk. Dit komt doordat een teveel aan fosfor de calciumopname negatief beïnvloed/ verminderd. Wanneer de ratio tussen calcium en fosfor niet juist is, resulteert dit in een verstoorde balans van calcium of fosfor; met problemen aan het skelet als gevolg.